Met de veranderingen rond de ontslagvergoeding – officieel transitievergoeding – in 2020 geldt voor iedereen dezelfde berekening voor de hoogte van de vergoeding, op basis van een derde van het bruto maandsalaris per gewerkt jaar. Daarnaast heb je voortaan al na je eerste werkdag in dienst recht op een transitievergoeding. Vooral voor werknemers met een tijdelijk contract is dit goed nieuws.

Er is veel veranderd met de nieuwe regels en berekeningen voor de ontslagvergoeding. Je leest hier wat er precies anders is sinds 2020 en welk effect de veranderingen hebben op jouw situatie.

Wat is er anders aan de ontslagvergoeding in 2020?

Op 1 januari 2020 is de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) ingevoerd. Deze wet is bedoeld om werknemers met een flexibel contract meer zekerheid te geven en het voor werkgevers aantrekkelijker maken om mensen een vast contract aan te bieden.

Recht op ontslagvergoeding vanaf je eerste werkdag

Met de nieuwe wet heeft iedereen ouder dan 18 jaar* al vanaf je eerste werkdag recht op een ontslagvergoeding, ook bij ontslag in je proeftijd. Dit betekent dat het niet uitmaakt hoe lang je in dienst bent geweest om je ontslagvergoeding te claimen. Voorheen had je pas na 24 maanden in dienst recht op een ontslagvergoeding.

*Onder de 18 gelden speciale regels voor werknemers. Meer weten over wanneer je recht hebt op een ontslagvergoeding? Je leest het hier.

Ketenregeling bij tijdelijk contract

Tijdelijke contracten kunnen nu nog maximaal twee keer in drie jaar worden verlengd volgens de nieuwe ketenregeling in de WAB. Na drie tijdelijke contracten of drie jaar in dienst bij dezelfde werkgever moet je een vast contract aangeboden krijgen.

Er mag niet meer dan zes maanden tijd tussen elk contract zitten om in aanmerking te komen voor de ketenregeling. Als je seizoenswerk doet dat maximaal negen maanden per jaar duurt, mag de tussenpoos maar drie maanden duren. Let wel op wat er in de cao staat, want de daarin gemaakte afspraken gaan voor.

Meer rechten voor oproepkrachten

Werknemers met een nul-urencontract die op oproepbasis bij een werkgever in dienst zijn, hebben sinds 2020 meer rechten. Er is nu namelijk een oproeptermijn van tenminste vier dagen. Als je werkgever je korter van tevoren oproept om te komen werken, ben je niet verplicht dat te doen.

Zegt je werkgever binnen vier dagen de oproep af of verandert hij de tijden, dan heb je recht op het loon dat je volgens de eerste oproep had moeten krijgen. Pas op: in de cao kan zijn afgesproken dat de oproeptermijn korter is dan vier dagen, tot een oproeptermijn van slechts één dag.

Na een jaar werken als oproepkracht heb je recht op een vast aantal uren. Je moet dan tenminste het aantal uur gaan werken dat je het jaar daarvoor gemiddeld hebt gewerkt. Maar je mag er ook voor kiezen te blijven werken zonder vaste uren.

Uitzonderingen seizoenswerk op basis van cao

Bij seizoenswerk kunnen voor jou als oproepkracht andere regels gelden. Het kan zijn dat er geen oproep- of opzegtermijn is, als dat zo is afgesproken in de cao. Bovendien is je werkgever niet verplicht je een vast aantal uren aan te bieden na een jaar in dienst.

Andere berekening ontslagvergoeding voor 50-plussers

Werknemers ouder dan 50 jaar kunnen niet meer rekenen op een hogere ontslagvergoeding. Met de WAB wordt de ontslagvergoeding voor 50-plussers op dezelfde manier berekend als voor iedereen, dus op basis van 1/3 bruto maandsalaris per gewerkt jaar.

Meer rechten voor payrollkrachten

Als je werkzaam bent als payrollkracht, dus via een payrollbedrijf in dienst bent bij een ander bedrijf, de inlener, heb je sinds 2020 dezelfde rechten en arbeidsvoorwaarden als de vaste werknemers van de inlener. Dit zijn bijvoorbeeld vakantiedagen, verlofregelingen en een eventuele dertiende maand. Maar je kan als payrollkracht ook aanspraak maken op de ketenregeling en je hebt net als iedereen recht op doorbetaling van je loon bij ziekte.

Vanaf 1 januari 2021 is er voor payrollkrachten een betere pensioenregeling. Het payrollbedrijf waar je voor werkt, kan dan een eigen pensioenregeling treffen of je maakt gebruik van de pensioenregeling die geldt bij jouw inlener.

Berekening ontslagvergoeding 2020

De ontslagvergoeding wordt sinds 2020 voor iedereen op dezelfde manier berekend. De hoogte van de ontslagvergoeding is gebaseerd op het aantal maanden en/of dagen dat je in dienst bent geweest en gaat uit van 1/3 van het bruto maandloon.

In veel gevallen kan je jouw ontslagvergoeding simpel berekenen volgens deze som:

(1/3 bruto maandloon) x (aantal gewerkte maanden/12)

Wanneer je niet een volledige maand hebt gewerkt, geldt een iets andere berekening, volgens het bruto uurloon. Het maandloon is dan immers niet relevant:

Het aantal gewerkte uren maal het bruto uurloon geeft je het bedrag dat je in deze dagen hebt verdiend. Dit deel je door je bruto maandloon en dat bedrag vermenigvuldig je weer met 1/3 van je bruto maandloon, gedeeld door 12 maanden:

(aantal gewerkte uren x bruto uurloon) / bruto maandloon) x (1/3 bruto maandloon / 12 maanden)

Meer informatie over de hoogte van de ontslagvergoeding lees je hier. Als je niet zeker weet hoe hoog jouw ontslagvergoeding zou moeten zijn, vul je gewoon onze ontslagvergoeding calculator in. Dan zie je direct het bedrag waar je waarschijnlijk recht op hebt.

Claim nu je ontslagvergoeding

Heb jij geen ontslagvergoeding gekregen van je werkgever bij het verlies van je baan? Laat het ons weten door hieronder jouw claim in te dienen. Wij zorgen ervoor dat je krijgt waar je recht op hebt!